donderdag 3 april 2014

Hoed af voor de luchtmacht



,,Kan dat hoofddeksel af?", vroeg een militair mij. Niet onvriendelijk, maar wel op een toon die duidelijk maakte dat dit niet als vraag bedoeld was.

Dat was gisteren op de persdag van Frisian Flag, een grote luchtmachtoefening waar elf landen aan meedoen. De Leeuwarder vliegbasis is er het zenuwcentrum van. Twee keer per dag gaan er 44 straaljagers omhoog.

Ik was nog nooit op zo'n dag geweest. Er komt een bepaald type journalisten op af, vooral fotografen, die toeters van telelenzen in rolkoffertjes achter zich aanslepen. Al tijdens de briefing beginnen ze Captain Jos (de coördinator) en zijn powerpointprojecties te fotograferen.

Zijn verhaal werd een keer onderbroken door een overvliegend vliegtuig. De journalisten keken elkaar verschrikt aan, want de start moest nog beginnen. Ze zouden toch niet iets missen?

,,Dat was het weathership", stelde Captain Jos hen gerust.

Na die briefing ging alles in een bus naar de Local Control Bunker, een deels in de grond verzonken ruimte van waaruit een militair met een verrekijker een laatste check van de vliegtuigen doet, voor ze een kleine honderd meter verderop starten.

Daar stonden die fotografen allemaal met elkaar te kletsen, tot het moment dat de vliegtuigen aan kwamen rijden. Toen zei niemand meer iets. Ik ontdekte dat ik hier de enige journalist was met enkel een schrijfblokje, en niet zo'n enorme telelens.

Uit die bunker kwam de man die vroeg of mijn hoed afkon. Dat had ik op de basis in Eglin ook al gehad, ze zijn alert op dingen die weg kunnen waaien en in de inlet (als dat zo heet) van een straaljager gezogen kunnen worden.

Halverwege dat opstijgen heb ik de hoed weer opgezet, want hoewel die toestellen fantastisch veel en zware herrie maken, is de zuigkracht als ze voorbijkomen verwaarloosbaar. Bovendien kreeg ik een koud hoofd.

(De foto is van Laurens Aaij)